Wat is Sen toch een heerlijk mannetje! Hij is (bijna) altijd vrolijk, lekker knuffelig en bovenal erg grappig.
Ook al wordt hij op zondagochtend weer eens om 06.00 uur wakker (wat in mijn ogen toch echt te vroeg is), zodra ik naast het ledikantje sta en die vrolijke blik in zijn ogen zie, ben ik mijn eigen heerlijke warme nestje alweer vergeten. Ik kan er enorm van genieten om alleen met hem in een stil huis ’s ochtends vroeg beneden te zitten om hem een flesje pap te geven terwijl de rest boven nog in dromenland is. Niks tegen mijn man zeggen hoor, want dan heb ik ieder weekend “ochtenddienst” en dat is toch ook weer niet de bedoeling.
Ik moet ook altijd zo om Sen lachen. Als ik hem een hapje aan het voeren ben en hij met zijn mond aan het blazen en trillen is, omdat hij weer een nieuw geluidje ontdekt heeft.
Of als hij zijn hoofdje in zijn nek gooit om te kunnen babbelen. Dat gaat in zijn optiek vast makkelijk, maar het is een ontzettend grappig gezicht.
Of wanneer hij je handen pakt en omhoog doet omdat hij graag “In de maneschijn” wil doen.
Of als hij tijdens het eten ineens een ontzettend moeilijk gezicht trekt en begint te grommen omdat hij ook op andere plekken hard aan het werk is.
Of wanneer hij je in je nek vastpakt (en dan vaak ook hardhandig per ongeluk wat haren erbij grijpt, auw!), je naar zich toe trekt en een enorme dikke lebberkus op je wang (lees: hele gezicht) geeft.
Of wanneer ik hem zijn knuffelkonijn geef en hij die helemaal vastpakt, knuffelt en kust.
Of wanneer ik thuiskom uit mijn werk en dat blije gezichtje zie met oogjes die oplichten, omdat hij ook blij is dat ik er weer ben.
Genoeg geluksmomentjes om op te noemen dus. En als ik daarvan met volle teugen aan het genieten ben, dan vraag ik me werkelijk af waarom we jarenlang gedacht hebben dat we klaar waren en ons gezin af was. Was ik dan werkelijk vergeten hoe heerlijk het is om zo’n klein kindje te hebben. Om ervoor te mogen zorgen, vast te houden en lief te hebben. Hoe zo’n kleintje onvoorwaardelijk van je houdt en je nodig heeft.
Dan denk ik met weemoed terug aan de tijd dat de andere twee zo klein waren. Die tijd lijkt alweer zo ver weg en zo lang geleden. Maar toch waren zij toen net zo klein, lief en kwetsbaar. Misschien moet ik daar wat vaker aan denken als ze weer eens aan het kibbelen zijn, zoals broer en zus dit horen te doen. Of als ze zo zelfstandig zijn dat het lijkt of ze alles zelf kunnen. Gelukkig ligt die tijd voor Sen nog ver in de toekomst. Voor nu knuffelen en lachen we gewoon lekker.
En ik weet het nu echt zeker, deze kleine man maakt ons gezin compleet.